Werkboek Taalverhaal.NU Groep 6 blok2 H4.7

  
TaalverhaalNUTaalverhaalNU TaalverhaalNU

TaalverhaalNU1.
Vul de zin weer aan met het zelfstandignaamwoord en het bijvoeglijk naamwoord.
1. Die kakkerlak is vies. Weg met die vieze kakkerlak.
2. De grapefruit is zuur. Ik lust geen .
3. De massage is heerlijk. Wat een .
4. Was die explosie schadelijk? Ja, het was een heel .

TaalverhaalNU2.
Lees waar het van gemaakt is.
Voorbeeld: Een schaal gemaakt van glas is een glazen schaal.
1. Een brandkast gemaakt van staal is een .
2. Een bankstel gemaakt van leer is een .
3. Een vloer gemaakt van beton is een .
4. Een schutting gemaakt van hout is een .
5. Een beeld gemaakt van brons is een .
6. Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord eindigt altijd op .

TaalverhaalNU3.
Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord. Zet het vóór het zelfstandig naamwoord.
1. de man - zagen - de zagende man.2. de baby - huilen - de .
3. de hond - bijten - de .4. de leerkracht - schrijven - de .
5. de mensen - praten - de .

TaalverhaalNU4.
Maak er een bijvoeglijk naamwoord van.
1. zilver - de muntde muntTaalverhaalNU
2. beven - de handende handen
3. eng - het geluid het geluid
4. kraken - de takkende takkend
5. groen - de slangde slang

TaalverhaalNU5.
Welk bijvoeglijk naamwoord? Noteer het nummmer.
1. bijvoeglijk naamwoord.
2. stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.
3. bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord.
a. Zij heeft bloemen in het rieten mandje verzameld. TaalverhaalNU
b. Ik lust heel graag sterke mosterd op mijn braadworst.
c. Pas op! Brand je niet aan die hete frituurpan!.
d. Het gelaste onderdeel van de auto is alweer kapot.
e. In de vitrine staat een porseleinen theepot.
f. Na de voltooide opdracht pakten we onze koffers in.