1. Door de is het koud. |
2. De jongen geniet met van de overwining. |
3. Op de tafel liggen placemats. |
4. Buiten is het warm, het is 25 . |
5. De bloemen in de groeien goed door de warmte. |
6. Hij is jaloers, dat is geen goede . |
7. De kinderen gaan lekker in het luxe vakantieoord. |
8. We doen het proefje met een . |
9. Soms komen dieren om doordat ze in de kou. |
10. Weet jij de Nederlandse van 'good morning'? |
11. Met hoge reed hij op de finish af. |
12. 1000 gram is precies een . |
13. Die stenen door hun gewicht. |
14. Het cijfer voor zijn proefwerk zijn eindcijfer. |