Taal actief 4 groep 8 themawoorden 6 week 4

Bekijken en bespreken wat er gebeurd is of gedaan is.
Je iets herinneren, iets voor je zien.
Uitleggen welke betekenis iets heeft.
Bekijken hoe iets in elkaar zit.
Een kleine hoeveelheid.
Heel erg veel.
Iets goed, leuk of mooi vinden.
Iemand die een recensie schrijft.
Een boekbespreking, een beoordeling.
invloed op iets of iemand uitoefenen.
iets waarvan je kunt aannemen dat het waar is.
Je zegt of doet iets tussen andere dingen door, zonder er echt aandacht aan te besteden.
Het dunner maken van een vloeistof, meestal door er water bij te doen.
Het had net zo goed anders kunnen gaan.
Je kunt straf verwachten.
Als het er echt op aankomt.
Herstellen als je geschrokken bent van iets.
Niet krijgen wat je vraagt.
Niet doen wat je moet doen.
Iets heel erg interessant vinden, je bent geboeid.
Al je aandacht ergens op richten, je kunt nergens anders meer aan denken.
Niet meer zonder kunnen.
Ongunstig voor, in het nadeel van.
In het voordeel van.
Prachtig, heel erg mooi.
Een lange en beweeglijke arm van een dier.
Zo onverwacht dat je ervan schrikt.
Denkbeeding, niet echt bestaand.
Het geld dat betaald moet worden om iemand die ontvoerd is vrij te krijgen.
De beschrijving van het uiterlijk van iemand.
De ontvoerder
Gewelddadig
Waarschijnlijk.
Massaal, heel groot.
Zonder verwondingen.
Geloofwaardig.
evalueren
zich iets voor de geest halen
interpreteren
analyseren
mondjesmaat
overvloedig
bevallen
de recensent
de recensie
beïnvloeden
geloofwaardig
terloops
verdunnen
voor hetzelfde geld
dan zwaait er wat
als puntje bij paaltje komt
van de schrik bekomen
nul op het rekest krijgen
in gebreke blijven
gefascineerd
geobsedeerd
verslaafd
ten nadele van
ten gunste van
magnifiek
de tentakel
bruusk
virtueel
het losgeld
het signalement
de kidnapper
bruut
vermoedelijk
grootscheeps
ongedeerd
aannemelijk