Taal actief 4 groep 8 themawoorden 5 week 2

Sterk genoeg zijn om iemand of iets aan te kunnen.
Voorzichtig zijn, geen risico's nemen.
Uiteindelijk, als je alles bekijkt wat er gebeurd is.
Vluchten.
Vanaf de zee of vanaf een meer het land in.
Dat wat de beslissing bepaalt.
De staat waarin iemand of iets zich bevindt.
Het punt waar de aardbeving begint.
Een stuk van de aardkorst dat beweegt.
De buitenste laag van onze planeet.
De hele tijd.
Regelmatig, vaak.
opgewassen zijn tegen
het zekere voor het onzekere nemen
per slot van rekening
Het hazenpad kiezen
landinwaarts
doorslaggevend
de toestand
het epicentrum
de plaat
de aardkorst
continu
geregeld