Taal Actief versie 4 - Groep 8 - thema 8 extra L 6

  
Maak de zinnen af.
allergisch - dramatisch - fantastisch - gigantische - magnetisch - romantisch - tefonisch - typisch
1. Zie je dat gi ding op het dak? gigantische
2. Het is dr !
3. Zoiets geeft een groot ma veld.
4. Ik reageer daar al op.
5. Lieve buuf, doe niet zo ty .
6. Die mast verbindt allerlei te contact.
7. Mensen lispelen ro boven ons hoofd.
8. Dat is toch fa !

Schrijf het bijvoeglijk naamwoord op.
1. romantisch Dit is een boek in het romantische genre.
2. historischMaar het is gebaseerd op een gebeurtenis.
3. dramatischDe nacht van de lange messen.
4. tragischUiteraard is er heldin.
5. magnetischEn een tegenstander met aantrekkingskracht.
6. kritischEen lezer herkent de clichés.
7. komischMaar het verhaal bevat ook scènes.
8. praktischDe schrijfster trapt niet in de problemen van een historisch boek,
9. theoretischzoals het geven van feitjes.
10. fantastischEn het boek heeft een ontknoping.
11. gigantischIn Frankrijk had het al een omzet.