Taal Actief versie 4 - Groep 8 - thema 8 extra L 12

  
Vul het schema in.
planten verwachten
tegenwoordige tijdverleden tijdtegenwoordige tijdverleden tijd
ik plant
hij
wij
schudden antwoorden
tegenwoordige tijdverleden tijdtegenwoordige tijdverleden tijd
ik
hij
wij


d of dd? t of tt? Schrijf de goede vorm op. Gebruik de verleden tijd of een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.
1. Laurens berei e een kampvuur voorbereidde
2. De meisjes sprei en een kleed uit.
3. Niemand vermoe e dat het mis kon gaan.
4. Het was zo'n goed goed voorberei e picknick.
5. Een paar vonken belan en in de struiken.
6. Het door de wind versprei e vuur greep om zich heen.
7. Het groepje ontvluch e de plek.
8. De vlammen verlich en het gezicht van Laurens.
9. Hij klappertan e van schrik.
10. Het vuur verwoes e een groot stuk natuur.
11. Pas uitgebroe e vogeltjes kwamen om.
12. Nog maanden vermeden Laurens en zijn vrienden het verwoes e veld.