Taal Actief versie 4 - Groep 8 - thema 5 extra L 4

  
Vul het schema in.
werkwoordtegenwoordige tijd hij-vormvoltooid deelwoord
herstellenHij herstelt het dak.Hij heeft het dak hersteld.
verbouwenHij ons huis.Hij heeft ons huis .
vertellenHij wat het kost. Hij heeft het .
bereikenDe rommel na De rommel heeft een hoogtepunt .
drie weken een hoogtepunt.
gebruikenDe man de Hij heeft de verkeerde materialen .
verkeerde materialen.
veroorzakenGelukkig hij geen Hij heeft geen grote schade .
grote schade.
betalenMijn vader te veel. Mijn vader heeft te veel


 Vul de goede vorm van het werkwoord in. Kies uit verleden tijd en voltooid deelwoord.
1. verbreken Thomas verbrak vorige maand zijn verkering met Geike.
2. beheersen Dagenlang hun ruzie het schoolplein.
3. beschuldigen Jeffrey Thomas van oneerlijkheid.
4. bemoeien Elvira heeft zich juist met Geike .
5. verstoppen Geike had zich na de breuk voor iedereen .
6. bespreken Elvira met haar hoe stom jongens zijn.
7. bedreigen Thomas heeft Elvira na schooltijd .
8. herstellen De meester heeft de vrede .
9. bespreken Hij zijn eigen eerste verkering in de klas!
10. benadrukken Hij heeft vooral ieders vrijheid .
11. beseffen Maar we hebben ook dat je een ander niet moet kwetsen.