Taal Actief versie 4 - Groep 8 - thema 3 extra L 4

  
Taal actief 4
hele werkwoord voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
verdrinkenHet land is verdronkenhet land
ontbreken De moed heeft me .de moed
afnemende regen is .de regen
opeten De koek is .de koek
nemenHij heeft de tijd .de tijd
uitvindenZe heeft een ding .het ding
vrijlatenIk heb de vogel .de vogel


 Maak een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van het werkwoord.
aflopenAfgelopen zaterdag gebeurde er iets raars bij het jeugdjournaal.
opwindenEen man in een superpak drong de studio in.
schrikkenDe technici hielden hem niet tegen.
onderbrekenDe presentatrice gaf de man de microfoon.
uitzendenZijn bericht kwam alle huiskamers binnen.
verkrijgenDe man gebruikte zijn zendtijd voor een emotionele boodschap.
treffenDe door een scheiding vader wilde zijn zoontje zien!
afsprekenDe dagen met z'n kind gingen steeds niet door.
verzinnenEn de redenen maakten hem helemaal gek.
lijdenIk begreep zijn verlies.
plaatsvindenMaar of de actie hem verder zou helpen...?