Taal actief 4 - groep 8 Spelling Thema 2 week 4b

  
Taal actief 4
hij-vorm tegenw. tijd -hij-vorm verleden tijd - voltooid deelwoord - bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
hij kleurthij kleurde ik heb gekleurdde gekleurde tekening
hij herstelt hij ik heb de fout
hij verlicht hij verlichtte ik heb de tuin
hij praat hij ik heb het kwartiertje
hij ontvlucht hij ik ben de situatie
hij verrast hij ik heb de jarige
hij fietsthij ik heb de kilometers
hij verwoest hij hij heeft de bomen
hij bereikt hij ik heb het resultaat
hij ontsnapt hij ik ben de krokodil
hij verstopt hij ik heb het kind
hij verkleedt hij ik heb de kinderen
hij tast aanhij ik heb de zeedijk
hij beantwoordt hij hij heeft de vragen