Taal Actief versie 4 - Groep 8 - thema 2 extra L4

  
Taal actief Taal actief Taal actief

Taal actief Vul het schema in.
werkwoordvoltooid deelwoordbijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
belevenIk heb veel beleefdde avonturen
zagenIk heb de plank de plank
proevenIk heb even van het ijsje het ijsje
strompelenIk ben verder de terugtocht
passerenIk werd de loper
kneuzenMijn pols is de pols
schavenMijn been is het been


 Maak een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van het werkwoord.
1. omdraaien Ken je het verhaal van de omgedraaide baby's?
2. neerleggemDe pasgeboren baby's kregen hunnaam opgespeld.
3. opspeldenMaar die namen zaten verkeerd om.
4. opvoedenDe door verkeerde ouders kinderen wisten van niets.
5. vermoedenMaar de door een ouder fout kwam toch uit.
6. overtuigenDe van de fout ouders waren wanhopig!
7. verwisselenMoeten ze hun kind nu afstaan?
8. verwarrenAlle personen kwamen bij elkaar.
9. uitvoerenDe oplossing maakte iedereen blij.
10. bouwenZe woonden allemaal samen in naast elkaar huizen.
11. verfilmenHun verhaal is nog weleens op tv.