bespieden (vt) | Iemand bespiedde het huis van de buurvrouw. |
bespieden | De buurvrouw had zelf niets in de gaten. |
verontrusten | Maar een buurman belde de politie. |
belanden (vt) | Ineens onze straat in een scène uit een politiefilm. |
bezetten (vt) | Drie auto's het hele wegdek. |
bezetten | Niemand kon de straat nog in of uit. |
verspreiden (vt) | Huis aan huis men het signalement. |
vermoeden | De dader meldde zichzelf. |
berusten (vt) | Alles op een misverstand. |
bereiden (vt) | Hij een schildersklus aan het huis van de buurvrouw voor. |
bevrijden | De buurman bood een drankje aan. |
geschieden | Zo werd het leed direct weer verzacht. |