Taal actief 4 - groep 8 Spelling Thema 1 week 2b

  
Taal actief 4
gebeuren - het gebeurt nubelevende jongen
plaatsvindenhet heeft overvallenjullie
treffenhij heeft het bindenhet is aan het hek
verdrinkenzij is verbranden hij?
overkomenhet is hem verlangenik
wordenhij is leraar winnenik heb de wedstrijd
vindenik heb een etui vallenik ben van de pony
wervenzij heeft nieuwe klanten besprekenhet probleem werd
besluitendat is toen zo overnemenik heb zijn werk
roepenIk werd naar binnen vervangen de uitlaat werd
uitslotenhij is van deelname onderduikende man is toen
ingrijpende agent heeft overwegenik heb dat toen wel
verslindende pannenkoeken werden opblazende ballon werd