volgende
=>
Taal actief 4 - groep 8 Spelling Thema 1 week 1b
Vul het bijpassende voltooid deelwoord in.
ik kneus -
Ik heb mijn hand
gekneusd.
jij strompelt -
Ik ben naar huis
.
hij aarzelde -
Ik heb niet lang
.
ik vergiste me -
Ik heb me al drie keer
.
zij pestten -
Ik heb haar niet
.
ik zet -
Ik heb het op de tafel
.
ik schaam me -
Ik heb me erg
.
mama beslist -
Mama heeft het
.
hij bepaalde -
Hij heeft het
.
zij besteedde -
Zij heeft er veel tijd aan
.
wij bedreigen -
Hij had hem
.
wij veroorzaken -
We hebben kortsluiting
.
het gebeurt -
Het is echt
!
ik leg neer -
Ik heb het niet
.
jij stelt aan -
Hij is daarvoor
.
jij traint -
Je hebt hard
.
ik waarschuw -
Je bent
!
je beeldt uit -
Hij heeft een beroep
.
ik controleer -
M'n werk werd
.
ik verslikte me -
Ik heb me
.
controleer
Hint
OK
volgende
=>