Aankomen. Het schip zal om acht bij de kade . | |
Ervoor zorgen dat iets in beweging komt. | |
Plaats nodig hebben. | | Naar boven halen met een takelwagen of hijskraan. | |
De lading; wat vervoerd wordt in o.a. een vrachtwagen, goederentrein of schepen. | de |
Vrachtauto die uit twee losse delen bestaat. | de |
Heel groot zeeschip waarin olie wordt vervoerd. | de |
Trein waarmee geen mensen, maar allerlei spullen vervoerd worden. | de |
Voertuig waarmee je dingen kunt vervoeren. (trein, schip, auto en vliegtuig). | het |
|