De periode dat iets duurt. | het |
Gereedschap om mee in grond of steen te hakken. | het |
Knijpertje om iets heel kleins mee beet te pakken. | het | Het skelet; een lichaam bestaand uit alleen maar beenderen. | het |
De plaats waar mensen of dieren begraven worden. | de |
Grote machine waarmee sloten en kuilen worden gegraven. | de |
Kleine beweging door (hard) geluid. | de |
Iemand die op zoek is naar waardevolle dingen. | de |
Stoppen; ophouden. Bijvoorbeeld: met die onzin! | |
Alleen; in zijn eentje. | |
Iets verzinnen wat niet waar is. | |