|
Weer weten hoe het echte leven is; niet meer dromen. | |
Zoeken naar iets wat bijna niet te vinden is. | | Nat van het zweet. | |
Iets afmaken. | |
Met heuvels; glooiend. | |
Plat; zonder heuvels of bergen. | |
Met bergen. | |
De duw. | de |
Groep fietsers die in een wedstrijd bij elkaar blijft. | het |
Iemand schrijven, spreken, bellen, e-mailen enzovoorts. | het |