|
| Een groepje bij elkaar horende trommels en bekkens. | het |
Degene die de leiding heeft en zegt hoe er gespeeld moet worden. | de | | Strijkinstrument; lijkt op een grote staande viool. | de |
| Een toneelstuk met liedjes en dans. | de |
| De allereerste keer dat een stuk wordt gespeeld. | de |
| Blaasinstrument van glimmend metaal. | de |
| Een stuk zang of muziek dat je in je eentje zingt of speelt. | de |
| Muziek bedenken en opschrijven in notenschrift. | |
| Spelen van een stuk. | |
| Met kleuren en lijnen een gezicht versieren. | |