Taal actief 4 - groep 7 Thema 5 week 3b

  
Taal actief 4
Werkwoorden
ik antwoord - ik antwoordde
jij antwoordt - jij antwoordde
ik besluit - ik besloot
wij besluiten - wij besloten
hele werkwoordtegenwoordige tijd verleden tijd
antwoordenhij Hij razend snel.
bevrijdenhij Hij zijn armen uit de greep van de tegenstander.
bekladdenik De puber de schutting.
bereidenhij Hij een lekkere groentesoep.
bestedenhij Hij veel aandacht aan het werkstuk.
zich verkledenhij Hij voor het toneelstuk.
verwachtenik De verkoper een tevreden klant.
verrichtenik Hij een heldendaad.
verplichttenik De wet de chauffeurs om te rusten.
vergrotenjij Wij de fabriekshal.
uitrustenzij De chauffeur drie uur uit.
bezettenhij Jij toen drie plekken.
verwijzende dokter Hij de patiënt naar een Academisch Ziekenhuis.
verkiezenik Wij milieuvriendelijk hout.
bewijzenjij Wij dat het toch kon.
verschuivenhij Wij alle tafels en stoelen.
verhuizenik Hij naar de andere kant van de stad.
vermeldenjij De industrieel dat het product geen chloor bevatte.