heten | Restaurant 'de Gouden Leeuwen' vroeger anders. |
praten | Mijn moeder de hele avond met haar broer uit Amerika. |
verwachten | De keeper die hoge voorzet helemaal niet. |
haten | Ik het altijd om steeds op de bus te moeten wachten. |
snikken | Zij de hele tijd, tot haar vriendin haar kwam troosten. |
zetten | Ik de vaas met bloemen op het bureau. |
schatten | De loodgieter dat het ongeveer tweehonderd euro zou gaan kosten. |
starten | De motor van onze auto door de kou vanmorgen bijna niet. |
bezetten | De stakers de hoofdingang van de het fabrieksterrein. |
bereiken | Hij tenslotte de top door het vele trainen. |
planten | De kweker de afgelopen week ruim tienduizend stekjes in zijn kassen. |
wachten | Hij maar een paar minuten bij de huisarts. |
kraken | De deur toen ik hem zachtjes probeerde te openen. |
barsten | Er een enorm gejuich op na het eindsignaal van de wedstrijd. |
opvatten | Hij het gelukkig goed op. Ik was even bang dat het op ruzie zou uitdraaien. |
sprinten | De jongens naar het sportveld. |
zuchten | Hij toen hij hoorde wat hij moest doen. |
kaarten | Vroeger ik vaak met onze buurjongens. |
sporten | Mijn vader het afgelopen jaar meer dan nu. |
oogsten | De boer de aardappels dit jaar eerder dan vorig jaar. |
trachten | De inbreker via de achterdeur binnen te komen. |