Taal actief 4 groep 6 themawoorden 1 week 4

Je bent ...... als je iets doet zoals het altijd gedaan wordt.
Je bent ..... als je iets op een nieuwe manier doet.
Erg zwart
Fel paars.
Lichtgroen, de kleur van gras.
Felrood, de kleur van bloed.
Helemaal niet.
Je hebt ......... als je iets kunt veranderen, of iemand ( van mening) kunt laten veranderen.
Als je maatregelen neemt, zorg je ervoor dat iets in orde komt.
Een kind leren wat wel en niet mag, of wat wel of niet moet.
Vol met.
Je ergens niets van aantrekken.
Iemand uit een ander land die in Nederland is gaan wonen.
Iemand die in het land woont waar hij is geboren en opgegroeid.
De manier waarop mensen leven en met elkaar omgaan.
De afspraken over hoe je je moet gedragen.
De godsdienst.
Als je iemand verkeerd begrijpt.
Twee mensen bij elkaar brengen.
Je gaat er niet tegenin, het is zo.
Er zijn er een heleboel van.
Waar iemand vandaan komt, wat hij vroeger geleerd of gedaan heeft.
Als je ergens niet op let.
Ergens niets van moeten hebben.
Iemand met argumenten duidelijk maken dat iets waar is of het beste is.
Een mening is hetzelfde als een .....
Als je vertelt waarom je iets zegt of doet.
Verhaal met argumenten waarmee je anderen wilt overtuigen.
Iemand met veel ideeën is ......
Iemand met weinig ideeën is ......
Manier van denken en doen. Hij heeft een goede ......
Niet goed en niet slecht, maar er tussenin.
Natuurlijk.
Heel erg verbaasd.
Als je vindt dat iemand iets wat hij graag wl gewoon moet proberen te krijgen.
Een beetje hoesten voordat je gaat praten.
traditioneel
vooruitstrevend
roetzwart
pimpelpaars
grasgroen
bloedrood
allesbehalve
de invloed
de maatregel
opvoeden
bezaaid met
ergens geen boodschap aan hebben
de allochtoon
de autochtoon
de cultuur
de manieren
de religie
het misverstand
koppelen
accepteren
wemelen van
de achtergrond
ongeacht
ergens niet van gediend zijn
overtuigen
de opvatting
de reden
het betoog
vindingrijk
fantasieloos
de instelling
redelijk
uiteraard
verbluft
nee heb je, ja kun je krijgen
de keel schrapen