| centraal | In het midden, in het centrum, dus. |
| precies | "Dat is wat ik bedoel! " |
| oerwoud | Wij liepen kilometers door het . |
| gids | Ja, samen met een . |
| altijd | Ze komen precies op tijd. |
| provincies | Hoeveel heeft Nederland? Twaalf. |
| goedkoop | In de etalage stond een jack. |
| bezigheid | Programmeren is zijn voornaamste . |
| voorraad | De is eigenlijk te groot. |
| reistijd | De bedraagt zeven uur en tien minuten. |
| ringetje | Het is toch van zilver en niet van staal. |
| kastje | Het was beschadigd aan de linkerkant. |
| centen | Het is een kwestie, daarom gaat het niet door. |
| snelheid | De maximum op deze weg is tachtig kilometer per uur. |
| spannend | Ik ben een boek aan het lezen. |