Taal Actief versie 4 - Groep 6 - thema 3 extra L8

  
Taal actief Taal actief Taal actief

 Schrijf het woord op. ( ... = lijk ) [ vrolijk: je hoort luk, je schrijft lijk.]
1. Vandaag is er een huwe....huwelijk
2. De bruid is in het dorp behoor... beroemd.
3. Ze heeft plaatse... een motorcafe.
4. Meestal ziet ze er manne... uit.
5. Het dorp is nieuwsgierig naar het uiter... van de bruid.
6. Zal ze werke... in een motorpak trouwen?


Taal actief lek, luk, lik of lijk ? Schrijf het woord op.
1. Otis heeft een moederv... bij zijn mond.moedervlek
2. Eerst vond hij dat vrese....
3. Dage...s probeerde hij het weg te poetsen.
4. Hij voelde zich ieder ogenb... le....
5. Otis vindt uiter... heel belangrijk.
6. Maar het vlekje is een ge... bij een onge....
7. Meisjes vinden het heel aantrekke....
8. Dus krijgt Otis gemakke... een vriendin.
9. Hij heeft maande...s een andere.
10. Maar niemand neemt hem dat kwa....
11. Allemaal willen ze hem zoenen op dat ene p...je.
11. Vind je dat begrijpe...?