Taal Actief versie 4 - Groep 6 - thema 2 extra L8

  
Taal actief Taal actief Taal actiefTaal actief

Taal actief Schrijf eerst de rode woorden over en maak ze daarna korter. [ ganzen - gans en huizen - huis ]
1. Mijn vader krijgt grijze haren. Hij wordt .......grijzegrijs
2. Een van onze poezen is weg. We hebben nog één ....
3. Mijn zus verkoopt kazen. Wij eten dus vaak .....
4. Ik heb twee dwaze broertjes. Ze doen vaak .......
5. Ze rennen met vieze voeten naar binnen en maken alles .......
6. Dan heb ik een boze moeder. Ze doet heel ........

 Maak de rode woorden langer.
1. Mijn zus houdt van de smaak framboos. frambozen
2. Ze maakt er jam van op het fornuis.
3. De vrachten groeien in het bos
4. Het plukken is een klus voor mij en mijn broertjes..
5. Mijn zus geeft advies over de goede plek.
6. De vruchten zijn er talloos.
7. Ik bewijs dat ik goed kan plukken.
8. Ik vind elke tros.
9. Mijn broertjes verzinnen een smoes.
10. Ze wijzen op een kras op hun been.