| bevrijding | De kwam in 1945. |
| vijand | Het is niet je , het is je tegenstander. En daar zit toch echt veel verschil in! |
| eerste | De week van de vakantie ben ik altijd moe. |
| moeilijk | Het was niet , het ging vrij eenvoudig. |
| Nijmegen | ligt in de provincie Gelderland. |
| overeind | Ik trok hem toen hij gevallen was. |
| kieuwen | Heb je weleens op de van een haai gelet? |
| karwei | Het is waarschijnlijk donderdag af. |
| dichterbij | Utrecht is dan Amsterdam. |
| spreeuwen | De maakten ruzie om ... Ja waarover eigenlijk? |
| nieuwsgierig | Ben jij ? |
| leeuwin | De sloop door het hoge gras. |
| terrein | Het is pas ingezaaid, daarom staat er nu een hek omheen. |
| uiteindelijk | We gaan nu toch naar Italië. |