| sproeier | De besproeide het gazon. |
| sporttas | Mijn shirt zit nog in mijn . |
| zeilboot | Mijn opa heeft een mooie . |
| geheim | Dit is nog , dus niet verder vertellen! |
| fietstocht | We maakten een van veertig kilometer. |
| hijskraan | De kon 30 ton optillen. |
| eiland | Mallorca is een mooi . |
| plotseling | We moesten uitwijken voor een auto. |
| stilstand | De vrachtauto kwam net op tijd tot . |
| dichterbij | De vakantie komt steeds . |
| opwinding | Ze begonnen te giechelen van . |
| gezicht | Ik vind het geen ! Wie heeft dit bedacht? |
| verwarring | In de ontsnapte hij. |
| hengsel | Het van de tas raakte los. |
| hengels | Mijn staan in de schuur. |