Taal actief 4 groep 5 themawoorden 5 week 1

Alles wat te maken heeft met het reizen dor de ruimte.
Een ruimtevaarder. Iemand die door de ruimte reist. - de kosmonaut
De ruimte waarin zich de aarde, de planeten en de sterren bevinden.
Een voertuig om mee door de ruimte te reizen.
Als je vast van plan bent om te doen wat je besloten vast. Je twijfelt niet.
Je weet het niet zeker. Je twijfelt.
Je fantasie. Iets gebeurt niet echt, maar alleen in je gedachten.
iets wat niet van de aarde komt, zoals een maansteen.
Ene bol in de ruimte die om de zon draait. De aarde is ook een ....
Nauwelijks,. Bijna niet.
Alleen de heenreis, niet de terugreis.
Iets afschieten, iets in de lucht laten gaan. Bijvoorbeeld een raket.
de ruimtevaart
de astronaut
het heelal
het ruimteschip
vastberaden
weifelend
de verbeelding
buitenaards
de planeet
amper
enkele reis
lanceren