Taal actief 4 groep 5 themawoorden 1 week 1

Afspraken die gelden in het verkeer.
Iets wat niet mag. Het is verboden.
Iets wat je moet. Fietsen op het fietspad.
Een andere kant opgaan.
De plaats waar een weg zich in tweeën deelt.
De plaats waar twee wegen bij elkaar komen in de vorm van een kruis.
Een rond plein waarop een aantal wegen uitkomt.
Die krijg je van de politie als je je niet aan de verkeersregels houdt. Je moet dan als straf geld betalen.
De plaats waar je binnenkomt.
Doordat.
Vanaf nu.
Als een auto of een fiets kapot is door een aanrijding dan ligt hij .....
de verkeersregels
het verbod
het gebod.
van richting veranderen
de splitsing
de kruising
de rotonde
de bekeuring
de toegang
wegens
in het vervolg
in de prak