taal actief versie 4 - Groep 5 - Woordenschat thema 5 week 1b

  
Taal actief Taal actief Taal actief

Taal actiefKies uit de volgende woorden:
stortregenen - mooi weer spelen - spatten - druipend - miezeren - het aas - het uiteinde - de regenworm - de rilling - de zeepier -
Voer waarmee je het dier lokt dat je wilt vangen. (een worm om vis te vangen)het
Het laatste stukje van iets. Het puntje. het
Worm die onder de grond leeft. de
Je moet even bibberen, omdat je iets eng of vies vindt.de
Worm die leeft onder het zand bij en in de zee. de
Zo nat dat het water ervanaf druipt.
Heel zacht regenen, met kleine druppeltjes.
Net doen alsof alles in orde is. "De pijn valt best mee, hoor!"
Druppels die ergens op neervallen.
Heel hard regenen, met grote druppels.