taal actief versie 4 - Groep 5 - Woordenschat thema 4 week 2b

  
Taal actief Taal actief Taal actief

Taal actiefKies uit de volgende woorden:
de bakoven - rijzen - het roggebrood - het worstenbroodje - zoete broodjes bakken - zich verslikken in -
het krentenbrood - de gist - het bladerdeeg - het knipbrood
Grote oven in een bakkerij. de
Spul waardoor deeg gaat rijzen. de
Deeg dat uit heel veel dunne laagjes bestaat. het
Brood met speciale vorm: de bakker heeft in het brood geknipt.het
Zoetig brood waar krenten in zitten. het
Donkerbruin brood, gemaakt van rogge ( een graansoort ). het
Broodje waar een worstje van gehakt in zit.het
Moeten hoesten, omdat er tijdens het eten iets in je keel schiet.
Omhoogkomen. Deeg gaat rijzen als er door de gist luchtbelletjes in komen.
Heel vriendelijk doen om iets voor elkaar te krijgen.