| Ergens geen verstand van hebben. | ergens geen kaas van gegeten hebben |
| Een deftige of feestelijke avondmaaltijd. | het |
| Werk dat je met je handen doet. | het |
| De ochtendmaaltijd. | het |
| Zoiets doe je toch niet! Dat kun je toch niet maken! | |
| Boos om wat iemand heeft gezegd of gedaan. | |
Net alsof. Gespeeld. "Dan was ik koning." | |
| Harde buitenkant van bijvoorbeeld brood. | de |
| Een tussen-de-middagmaaltijd. | de |
| Eten dat je meestal aan tafel eet. | de |