Goed weten wat je doet. | zeker van je zaak zijn |
Als je voor iemand hebt, kijk je tegen hem op. Je bewondert hem. | het |
De mensen die alles bepalen. | de |
Heel lief en schattig. | |
Iets doen zonder dat iemand het merkt. | |
Niet blij met hoe het gegaan is. Het valt tegen. | |
Iets niet kunnen volhouden en er dus mee stoppen. | |
Ook. Wat er nog bij komt. Het regent en waait en is het koud. | |
Iets volhouden. | |
Je kans niet voorbij laten gaan. | |
In elk geval: zij doet aardig tegen mij. | |