Taal actief 4 groep 4 themawoorden 6 week 2

Scherp naar iets kijken.
Met open mond naar iemand kijken. Je kijkt dom of verbaasd.
Je kijkt een tijdje naar één punt. Maar je ziet eigenlijk niets.
Je kijkt van buiten naar binnen. Of van binnen naar buiten. Je wilt niet gezien worden.
Een plaatje of een teken dat iets anders voorstelt. De duif is het .... voor vrede.
Een cijfer, letter of iets anders. Tekens zie je op je mobiele telefoon of computer.
In de tijd dat het gebeurt.
Hiermee kun je dingen die ver weg zijn, goed zien.
Je tanden tikken zachtjes tegen elkaar, omdat je het heel koud hebt of bang bent.
Het meer.
Eén oog even dichtdoen terwijl je iemand aankijkt.
Wat je verzint, het is niet echt.
loeren
aangapen
staren
gluren
het symbool
het teken
tijdens
de verrekijker
klappertanden
de plas
knipogen
de fantasie