Taal actief 4 groep 4 themawoorden 6 week 4

Een foto of schilderij van iemand van dichtbij.
Een foto of schilderij waar dingen opstaan die niet kunnen bewegen.
Een foto of schilderij van de natuur.
Dat wat dichtbij is.
Dat wat ver weg is, maar wat je nog wel ziet.
Iemand die foto's maakt. Dat is zijn werk.
Heel mooi.
Een hol of bol glas. In een fototoestel en een verrekijker zitten lenzen.
Iemand lang aankijken.
Laten zien of laten merken dat je iets voelt (bijv. vrolijkheid of verdriet).
Als je een goed humeur hebt, ben je vrolijk. Als je een slecht humeur hebt, mopper je steeds.
'Kijk naar het vogeltje,' zegt een fotograaf. Hij wil dat je in de lens kijkt.
Scherp naar iets kijken.
Met open mond naar iemand kijken. Je kijkt dom of verbaasd.
Je kijkt een tijdje naar één punt. Maar je ziet eigenlijk niets.
Je kijkt van buiten naar binnen. Of van binnen naar buiten. Je wilt niet gezien worden.
Een plaatje of een teken dat iets anders voorstelt. De duif is het .... voor vrede.
Een cijfer, letter of iets anders. Tekens zie je op je mobiele telefoon of computer.
In de tijd dat het gebeurt.
Hiermee kun je dingen die ver weg zijn, goed zien.
Je tanden tikken zachtjes tegen elkaar, omdat je het heel koud hebt of bang bent.
Het meer.
Eén oog even dichtdoen terwijl je iemand aankijkt.
Wat je verzint, het is niet echt.
De taal waarin je schrijft met beelden, zoals symbolen, pictogrammen, cartoons en tekens.
Een kleine, makkelijke tekening die iets betekent.
Een grappige tekening.
Teken op de telefoon of computer. #
Teken op de telefoon of computer. @
Teken op de telefoon of computer. ( )
Dit woord gebruik je als je zeker weet waarover het gaat.
Graag willen helpen.
Met.
Duidelijk te zien.
IJzeren band in je mond om je tanden mee recht te zetten. roestvrij staal
Als iets ..... is, dan klopt het.
het portret
het stilleven
het landschap
de voorgrond
de achtergrond
de fotograaf
schitterend
de lens
aanstaren
uitdrukken
de tralies
naar het vogeltje kijken
loeren
aangapen
staren
gluren
het symbool
het teken
tijdens
de verrekijker
klappertanden
de plas
knipogen
de fantasie
de beeldtaal
het pictogram
de cartoon
het hekje
het apenstaartje
het haakje
bepaald
behulpzaam
door middel van
kennelijk
de beugel
logisch