Taal actief 4 groep 4 themawoorden 5 week 3

Een muziekinstrument met vier snaren.
Draden op een muziekinstrument.
Een stok met paardenhaar. Met een strijkstok kun je langs de snaren strijken, zodat er geluid uitkomt.
Zachtjes aan een snaar van een instrument trekken, zodat er geluid uit komt.
De lange haren van een dier op zijn hoofd en in zijn nek.
Een soort harde, grote nagels die onder aan de benen van koeien en paarden zitten.
De .......van iets is het gebied eromheen.
Iemand die de hoeven van dieren verzorgt.
Een prik geven tegen een ziekte.
Zachtjes met je hand over de huid wrijven.
Goede raad geven, waar je meteen iets aan hebt.
Een verhaal in een (school)krant.
de viool
de snaren
de strijkstok
tokkelen
de manen
de hoeven
de omgeving
de hoefsmid
inenten
strelen
een tip geven
het artikel