Taal actief 4 groep 4 themawoorden 3 week 3

Gedroogde, fijngemalen delen van planten die het eten smaak geven.
Een lichtbruine specerij.
Een donkergeel specerij.
Een donkerbruin specerij.
Poeder (van graan) waarmee je bijvoorbeeld een taart of een brood kunt bakken.
Bakmeel dat is vermengd met water, boter en suiker. Deeg moet je kneden.
Steeds in het deeg knijpen om het soepel te maken.
Omhoogkomen van deeg. Dat komt omdat er meer lucht in komt.
In de pan of de oven gaar laten worden.
De manier (wijze) hoe je het eten kunt klaarmaken (bereiden).
De dingen waarvan het eten gemaakt is.
Een tekst waarop de ingrediënten en de bereidingswijze van een gerecht staan.
de specerijen
het kaneel
de kerrie
de nootmuskaat
het bakmeel
het deeg
kneden
rijzen
bakken
de bereidingswijze
de ingrediënten
het recept