Taal actief 4 groep 4 themawoorden 3 week 1

Alle meubels bij elkaar. Bijv. alle stoelen en tafels en kasten.
Alle spullen in een kamer op de goede plek neerzetten.
Uitproberen of iets ergens in, op of tussen past.
Iets is steeds hetzelfde, je verveelt je erbij.
Iets is steeds anders, je verveelt je niet.
Iets wat je bedenkt.
De muur.
Mooi.
Verband dat heel hard wordt. De dokter doet .... om een gebroken been.
Een klus, werk dat je moet doen.
Stokken waar je op kunt steunen als je moeilijk kunt lopen.
Een soort deurtje van hout dat aan de buitenkant van een raam zit.
het meubilair
inrichten
passen en meten
saai
afwisselend
het idee
de wand
fraai
het gips
het karwei
de krukken
het luik