taal actief 3 groep 6 pakket 2 les 2

Taal actief Taal actief Taal actief

Vul in. Kies uit: applaus - augustus - auteur - automobilist - restaurant - vrachtauto
We gaan in de maand op vakantie.
De artiest krijg luid na de voorstelling.
De stond met pech langs de kant.
In het was het een gezellige drukte.
De reed precies 90 kilometer per uur.
De zet handtekeningen in zijn boeken.

Vul in. Kies uit: benauwd - flauwekul - nauwelijks - nauwkeurig - rauwkost - vernauwing
De monteur stelde de motor af.
Ik lust graag bij het eten.
Het is warm en weer
Hij verkocht een hoop , niemand geloofde hem dan ook.
De auto paste maar door de smalle straatjes van het oude stadje.
Het straatje heeft een vlak voor de stadspoort.