Taal op maat 2 - groep 7 nummer 47

  
Taal op maat 2 - groep 7
Taal op maat 2 - groep 7

Schrijf het voltooid deelwoord in de goede kolom.
snuiten - beweren - smeken - beleggen - binden vervolgen - vluchten - vergaderen - herkennen
versieren - inlichten - wrijven - rijden - klimmen - plakken - drukken - vertrekken - straffen
eindigt op deindigt op teindigt op en
Heb ik dat ? Zij heeft 't Ik heb m'n neus
Het geld is De dief is 't boek is
De serie wordt Zij zijn Het zilver werd
We hebben De band is Zij heeft hard
Ik heb hem Het boek is hij heeft
de klas is hij werd niet zij zijn al

Vul in pv of vd en vul daarna het deelwoord in.
pv/vd afleveren Het pakje is .
pv/vd doordrijvenFrank heeft weer zijn zin .
pv/vd kopenGisteren ik een fiets.
pv/vd krabbenDe kat heeft me .
pv/vd roepen Ik heb je al drie keer voor het eten .
pv/vd vergrotenVorige week ik de foto.
pv/vd overblijvenWie is er in de pauze ?
pv/vd missenDe vrouwen gisteren de trein.
pv/vd verwachten (v.t.)De keeper de bal links van hem.

Vul het voltooid deelwoord of de persoonsvorm (v.t.) in.
uitrusten jij even na die lange wandeling?
schudden Tijdens de receptie wij veel handen.
inslaan Voor het feest werd veel lekkers .
uitzien Hoe heeft jouw vader er vroeger ?
zich snijden Het meisje heeft zich tijdens het koken.
aantrekken Ik thuis mijn badpak alvast .
zingen Die vrouw heeft vroeger in een koor .
aansluiten De monteur de nieuwe televisie .
pv smeden