Taal op maat 2 - groep 7 nummer 46

  
Taal op maat 2 - groep 7 Taal op maat 2 - groep 7

Vul in.
hele werkwoordander tegenwoordige tijdander verleden tijdvoltooid deelwoord
dragenhij zij zij heeft
vertalenzij hij hij heeft
herstellenhij hij het is
barstenhet het het is
lukkenhet het het is
besturenhij zij hij heeft
gelovenzij zij hij heeft
sluitenhij hij het is

Schrijf het voltooid deelwoord op.
hele werkwoord ik heb / ik ben .... hele werkwoord ik heb / ik ben ....
vernielenlopen
bezoekendringen
vervelenveroveren
vertellenbedreigen
verbazengraven
winnendoen
betreurenherhalen
bestedenbestellen

Vul in pv of vd en vul daarna het werkwoord in.
vd opscheppenJe hebt teveel opgeschept.
knippenMijn kleine zusje heeft in mijn trui .
neerstortenHet vliegtuig is .
betwijfelen (v.t.)Hij of ik de waarheid sprak.
boffenIn de zomer hebben we met het weer.
maaien (v.t.)De tuinman het gras.
verhuizenVorig jaar zijn wij naar Zwolle .
brandenWaarom er zojuist maar één lamp?
smedenDe meisjes gisteren plannen.