| Er is een voor de mooiste pony. |
| Ik zet mijn fiets veilig in het . |
| Sarah bestelt twee sinas en een . |
| De zangeres maakt na het concert een . |
| De jongens trekken een over het ijs. |
| Mijn vader eet elke dag een zout . |
| Ieder heeft zijn eigen mening. |
| Volgens mij heeft onze kat last van . |
| De peuter heeft een in zijn haar. |