Taal op maat 2 - groep 7 nummer 38

  
Taal op maat 2 - groep 7 Taal op maat 2 - groep 7

Vul in.
tt of vt ?ik, ander of meer ?
Verraadt je broer ons plan?ttander
Pestte die jongen jou steeds?
Dat antwoord wisten wij al !
Het water druipt uit zijn kleren.
Ik sloot me aan bij zijn mening.
Ze trekken hun pyjama aan.
Jullie ontvingen een brief van de dokter.
De tijger verslindt het hertje.

Schrijf de persoonsvorm in de verleden tijd achter de zin.
Jan belt zijn oma elke zondagmiddag op.belde op
Wij nemen aan dat het klopte.
Die avond verschuilt hij zich.
Hij bevindt zich in vreemd gezelschap.
Jullie brengen de zalf dagelijks aan.
In het weekend dansen we in de discotheek.
Mirjam pakt een zak appels en een komkommer.
Ik verlies bijna elke week wel een keer mijn sleutels.

Vul in.
hele werkwoordtegenwoordige tijdverleden tijd
oplettenhij ophij op
voelenhij hij
fietsen hij hij
verbiedenhij hij
springenhij hij
rustenhij hij
rijgen hij hij
knikkenhij hij
landenhij hij