Een ander woord voor minister-president is . |
Jakkes, hij doopt zijn in de thee. |
Die winkel moet sluiten, omdat de eigenaar is. |
De prestaties die hij levert op het WK, zijn . |
Het in het vakantiehuisje is wat ouderwets. |
De patiënt wordt op de het ziekenhuis binnengebracht. |
Ik kan elke dag wel en patat eten. |
Aan de in Scheveningen liggen veel winkeltjes. |
Als je netjes wilt spreken, zeg je geen wc maar . |
Dit is een zaak. Niemand heeft daar iets mee te maken. |
De heeft twee huizen in het buitenland. |