Taal op maat 2 - groep 7 nummer 28

  
Taal op maat 2 - groep 7 Taal op maat 2 - groep 7
Vul de persoonsvorm v.t. in.
werkwoordik / ander meer
gaanging gingen
bijten
bedriegen
staan
helpen
springen
spijten
smelten
wrijven
varen


Vul de persoonsvorm v.t. in.
gravenWij op het strand een diepe kuil.
vermijdenIk altijd dergelijke dingen.
bedervenZijn opmerking mijn hele avond.
jagenDe honden de vogels op.
hangenPriscilla de handdoek aan de haak.
blijkenDe cijfers nu een stuk hoger.
bidden hij in de moskee of in de kerk?
stijgenGisteren de temperatuur wel vijf graden.
vertrekkenDe kinderen weer als eerste.


Schrijf de persoonsvorm v.t. achter de zin.
De fietsers schuilen voor het onweer.
Hij schijnt goed te kunnen voetballen.
Verwijt jij hem dat ongeluk?
Dat meisje draagt een leuk truitje.
Hij verbergt het geld in een kluisje.
Er mag niemand meer bij de brandweer.
We schuiven de sneeuw in de sloot.
Wordt groep 7a eerste bij dit spel?
De weddenschap geldt allang niet meer.