Taal op maat 2 - groep 7 nummer 27

  
Taal op maat 2 - groep 7 Taal op maat 2 - groep 7
Vul de persoonsvorm v.t. in.
werkwoordik / ander meer
gaanging gingen
krijgen
zullen
smelten
weten
verzinnen
werpen
schrijven
mogen
schieten
knijpen


Vul de persoonsvorm v.t. in.
ik/ander/meerkunnenJe mijn fiets wel lenen.
ik/ander/meersnijdenEefje de paprika in kleine stukjes.
ik/ander/meergaanAan wie jullie dat vertellen?
ik/ander/meerbestervenHij het bijna van de schrik.
ik/ander/meermoetenIk hier voorzichtig lopen.
ik/ander/meerkrijgenElk jaar de boom er een jaarring bij.
ik/ander/meerhebbenNa drie uur zij het beiden opgegeven.
ik/ander/meerwegenIk minder dan Bart-Jan.
ik/ander/meerzullenHoe laat we naar huis gaan?


Vul de persoonsvorm v.t. in.
varenHet schip de haven uit.
biddenDe oude vrouw haar zoon voorzichtig te zijn.
zwervenWij door de bossen.
biedenIk de jarige een bloemetje aan.
schuilenWij voor de regen onder een afdak.
scheldenDe mannen naar elkaar.
begevenMoedig de agent zich te water.
begravenDe inbrekers de sieraden in het bos.
verschuilenDe zon zich achter de wolken