Taal op maat 2 - groep 7 nummer 12

  
Taal op maat 2 - groep 7 Taal op maat 2 - groep 7
Vul in.
hele werkwoordpersoonsvorm ( t.t. )hele werkwoordpersoonsvorm ( v.t. )
weglopenik goedmakenik
nakijkenjij terugspelenjij
wij doen meewij zwaaiden uit
vastbindenjij opknappenjij
aangevenik opwachtenik
wij blazen opwij leefden mee
aanstekenhij doorreizenhij
omrijdenjij afbrandenhet

Vul in. ( Het onderwerp is onderstreept. )
ik-vormhele werkwoord Vul in.
ik meetellen ( t.t. )Deze toets niet .
ik uitschudden ( t.t. )Mijn vader de dekens .
ik aanbellen ( v.t. )Hard de collectant .
ik wegjagen ( t.t. )Onze buurman katten .
ik overtrekken ( t.t. )Ik deze driehoek .
ik opstappen ( v.t. )Na de rel de minister .
ik val aanaanvallen ( t.t. )De zeeleeuw het meisje .
ik meespelen ( t.t. )Goed, ik met jullie .

Vul de persoonsvorm in. ( Let op de tijd )
terugvinden ( t.t.) Ik mijn tas .
uitleggen ( v.t.) De trainer de tactiek aan zijn spelers.
aanbieden ( t.t.) Ik je om met mij mee te rijden.
aanhouden ( t.t.) De agent de fietser zonder licht .
weglopen ( t.t.) Paul zomaar van huis.
opwachten ( v.t.) Hij mij na schooltijd .
afstuderen ( v.t.) Mijn zus in juni .
afvragen ( t.t.) jij je zoiets nooit ?
samenstellen ( t.t.) Wie dat programma ?
opdrinken ( t.t.) je je koffie ?