| Schrijf de woorden waarin de ch klinkt als /sj/ op. |
| sjouwen - charmant - parachute - sjofel - affiche - losjes |
| gletsjer - chantage - champagne - sjabloon - besjes - cheffin |
| marcheren - bruidsjurk - chagrijnig - chirurg |
| Vul in: chirurg - chef - chips - lunch - champignons - hachee - broche |
| Tijdens de eet ik altijd twee boterhammen. |
| De opereert elke dag minstens één patiënt. |
| Julia houdt niet van op haar pizza. |
| De van de winkel zegt wat het personeel moet doen. |
| Als het aan mij ligt, eet ik elke avond een zak . |
| Die saus van stukjes vlees, uien en kruiden heet: . |
| Mijn oma draagt altijd een zilveren op haar blouse |