Kies uit de twee woorden vooraan. |
Werk / Werkt | je vader ook 's nachts? |
Vind / Vindt | je hem ook zo leuk? |
Braad / Braadt | je oven het vlees wel mooi bruin? |
Sein / Seint | je met je nieuwe zaklamp? |
Schrijf / Schrijft | je juf een briefje aan je moeder? |
Heb / Hebt | jij je best gedaan? |
Loop / Loopt | je zo hard om de bus te halen? |
Beantwoord / Beantwoordt | jij die brief vandaag nog? |
Maak / Maakt | je vriend zijn huiswerk vanavond? |
Vul de persoonsvorm in in de tegenwoordige tijd. |
hele werkwoord | persoonsvorm invullen (t.t.) | onderwerp invullen |
vinden | je broer dat wel leuk? | |
bieden | jij evenveel als de ander? | |
verzenden | Hoe jij je sms'jes? | |
houden | je meer van vis? | |
lopen | je opa ook naar de winkel? | |
breien | Hoe lang je tante over een sok? | |
laten | Wanneer jij de hond uit? | |
vermoeden | Wie je dat er gewonnen heeft? | |
werken | jij net zo hard als ik? | |
branden | je kachel wel goed? |