Taal op maat 2 - groep 7 nummer 7

  
Taal op maat 2 - groep 7Taal op maat 2 - groep 7 Taal op maat 2 - groep 7Schrijf het woord op.

Let op. Vul de persoonsvorm in in de tegenwoordige tijd. (t.t.)
meldenluisterenheten
jij jij jij
jij jij jij
je broer je vriendje je vader
.
knikkenschrijvenvechten
jij jij jij
jij jij jij
je oma je zusje het kind

Maak de zin vragend. Verwissel onderwerp en persoonsvorm van volgorde.
Je rijdt hard.Rijd je hard?
Je bindt de hond vast.?
Je zus raadt het getal.?
Jij verbindt mijn voet.?
Je oom redt de kat.?
Jij biedt 50 euro voor de fiets.?
Jij brandt je vingers.
Jij rijdt met mij mee.?
Je tante griezelt van slangen.?
Je kijkt liever op de buienradar.?

Kies uit de twee woorden vooraan.
Beloof / Belooft je vriendin om te komen?
Heb / Hebt jij wel eens een onvoldoende gekregen?
Onthoud / Onthoudt jij die Engelse woordjes wel?
Nies / Niest je nichtje drie keer achter elkaar?
Begin / Begint je schoolfeest al om zeven uur?
Ren / Rent jij vijf kilometer in een uur?
Loop / Loopt je moeder elke dag drie uur?
Kijk / Kijkt je vader elke week naar de voetbalwedstrijd?
Geloof / Gelooft je de weersvoorspellingen?
Ga / Gaat jij dit weekend naar de Efteling?