volgende
=>
Taal op maat 2 - groep 7 nummer 3
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul in.
zuchten (t.t.)
raden (t.t.)
beoefenen (t.t.)
ik
ander
(jij, hij, zij, het)
meer
(wij, jullie, zij)
geloven (v.t.)
leveren (v.t.)
straffen (v.t.)
ik
ander
meer
Het onderwerp en de persoonsvorm zijn onderstreept. Vul de persoonsvorm in.
ik-vorm
erbij
Het circuspubliek lacht
om de clown.
lach
t
Amber logeerde
vaak op de camping.
Fayrouz wordt
naar school gebracht.
De voetballers raakten
geen enkele bal.
Vera slaapt
ongeveer acht uren per nacht.
Hij maakte
opmerkingen over mij.
Jij vindt
Rosa een opmerkelijk personage?
Ik lust
graag gebakken aardappels.
Wij hoefden
geen huiswerk te maken.
De vrouw plakte
kauwgom onder haar stoel.
Het onderwerp is onderstreept. Vul in.
hele werkwoord
ik-vorm (t.t.)
houden - (t.t.)
houd
Mijn moeder
van kleren.
staan - (t.t.)
In de krant
het nieuws
wachten - (v.t.)
Hidde
gisteren op de bus.
bellen
Waarschijnlijk
Ramon
jou straks.
waarschuwen - (v.t.)
Iris
me.
houden - (t.t.)
Ik
van talentenjachten op tv.
regenen - (v.t.)
Gisteren
het
in Zeeland.
zitten - (t.t.)
de kat
nu voor het raam te miauwen?
drukken - (v.t.)
De hond
zijn snuit tegen mij.
controleer
Hint
OK
volgende
=>