Taal op maat 2 - groep 6 nummer 36

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Taal op maat 2 Taal op maat 2 Taal op maat 2

Vul de verleden tijd in.
voedenfeestenamuseren
ik
ander
meer

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in. ( Het onderwerp is al onderstreept )
hele werkwoordik-vorm (t.t.)Vul in.
klauterenik Ik op een stoel.
hopenik De zeiler de haven te bereiken.
scheurenik jij het blad doormidden?
levenik De mannen als zwervers.
stotenik Ik een vaas om.
bezorgenik De sneeuw ons veel last.
plegenik De vrouwen veel inbraken.
woedenVannacht er een flinke storm
benijdenik Al haar vrienden haar.

Vul de persoonsvorm in de verleden tijd in.
Hele werkwoordVul in : ik / ander / meerpersoonsvorm verleden tijd
bestellenanderMama bestelde een gebraden haantje.
arriverenDe gasten op tijd.
ademenDe zieke nauwelijks.
kervenIk mijn naam in het hout.
zuchtenWaarom je zo?
verwachtenDeze tegenslag we.
ladenDe stropers het wild op een kar.
slingerenDe man over de weg.
belevenIk spannende avonturen.
stortenHet vliegtuig meteen neer.